(Herenigde) stad achter het front
Voor Wervik betekende Wereldoorlog I meteen ook vier jaar Duitse bezetting. De stad was tijdens de oorlogsjaren 'grenzeloos', want Wervik en haar Franse zusterstad Wervicq-Sud vormden voor het eerst sinds 1713 (Vrede van Utrecht) opnieuw één entiteit. Vooral de inkwartiering van Duitse troepen, op een boogscheut van het front, gaf aanleiding tot ongewone activiteiten in het grensstadje: een komen en gaan van Duitse eenheden, transport van gewonden en krijsgevangenen, begrafenisstoeten en collectieve teraardebestellingen. Maar het was niet al kommer en kwel, want voor de aanwezige troepen betekende de stad ook een plaats om even op adem te komen. De nabijheid van het strijdtoneel zorgde voor drukke industriële en logistieke activiteiten om de strijdkrachten aan het front van het nodige materiaal te voorzien. De 'Pioniere' (Duitse genietroepen) speelden hierbij een belangrijke rol. Door zware verplichtingen, verbodsbepalingen en opeisingen kregen de inwoners het zwaar te verduren. De stad werd in 1917 bijna volledig geëvacueerd door het nakende Britse offensief.
Monumenten
De talrijke monumenten in en rond Wervik houden de herinnering levend aan deze zwarte periode uit onze geschiedenis, denk maar aan de gedenkplaat van John J. Eden (Kruiseke) of die van William T. Leggett (Geluwe). Beiden waren ruiters en sneuvelden tijdens de eerste Brits-Duitse schermutselingen in oktober 1914. Lt. John Eden, broer van de latere Britse premier Anthony Eden, liet het leven tijdens een verkenningsopdracht in de buurt van het landelijke Kruiseke. Een gedenkplaat vind je aan de kerk van het gehucht; meteen ook de start van de Kruiseke wandelroute die de wandelaars een indringende kijk geeft op het bultige strijdtoneel van de Eerste Slag bij Ieper. Corporal of Horse William Leggett was de eerste Australische militair die sneuvelde aan het westelijk front. Hij werd neergeschoten vlakbij de Geluwse dorpskern en ter plaatse begraven. Later werden zijn stoffelijke resten overgebracht naar het New British Cemetery in Harelbeke. In de schaduw van de Geluwse Sint-Dionysiuskerk staat een tweeledig kunstwerk dat Leggett blijvend herdenkt.
Wederopbouw
Geallieerde beschietingen legden grote delen van Wervik en Geluwe in puin. De befaamde architect Huib Hoste nam het voortouw bij de wederopbouw in de Westhoek, ook in Wervik. Enkele mooie voorbeelden van het werk van Hoste vind je nog in het straatbeeld.
Militaire begraafplaatsen
Oorlog betekent uiteraard slachtoffers. Tot midden de jaren 1950 bevonden zich meerdere Duitse militaire begraafplaatsen op het Wervikse grondgebied. De grootste situeerde zich naast de stedelijke begraafplaats in de Komenstraat, maar er waren ook diverse kleinere veldbegraafplaatsen. Alle stoffelijke resten werden overgebracht naar grotere verzamelbegraafplaatsen in de buurt (o.m. in Menen-Wevelgem en Langemark). Slechts één Duitser bleef ter plaatse: Leutnant Wolfgang Kühne, een mijningenieur die op 6 augustus 1915 wellicht in de buurt van Wervik om het leven kwam, niet tijdens een gevecht maar bij een ongeval.
In Wervicq-Sud (F) vind je het Deutscher Soldatenfriedhof, een militaire begraafplaats waar bijna 2.500 Duitse doden uit de Eerste Wereldoorlog rusten. Kruisjes duiden de graven aan, met uitzondering van dertien joodse graven. De groepsgraven worden met een platte grafsteen gemarkeerd. De begraafplaats dateert van 1921, toen de doden die tijdens de oorlog in het nabijgelegen parkdomein van het kasteel Dalle-Dumont waren bijgezet, aangevuld met die uit de omliggende gemeenten, naar hier werden overgebracht. De begraafplaats, die een ingetogen sfeer uitademt en een mooi panorama op Heuvelland biedt, ligt op wandelafstand van het Wervikse stadscentrum.